De Gouden Eeuw geen wonder of raadsel. Vele
historici hebben zich bezig gehouden met het feit hoe de Republiek het kon
brengen tot de Gouden Eeuw, zowel op politiek, militair, economisch als op
cultureel vlak. Vele antwoorden gaven hierop meer duidelijkheid. Maar nooit was er een eensluidend antwoord, altijd een optelsom van factoren die tot zo’n unieke periode van de Nederlandse historie heeft kunnen leiden. Mijn visie gaat van een ander standpunt uit, namelijk dat de start van een nieuwe natie bepalend is; de energie van het nieuwe geeft de kracht om het oude achter te laten, de durf om uit het oude stramien te stappen, de lef om nieuwe wegen in te slaan, kortweg gezegd: de energie van het nieuwe. In zo’n periode staan de meeste neuzen dezelfde richting op, en zien we een maatschappij ontstaan waar veel gelijkgerichte structuur in is te ontdekken. De historicus J. Huizinga zegt: ”Men verklaart nu eenmaal geen historische verschijnselen, zoals men een natuurproces verklaren kan.” Dat ben ik met hem eens; ik zou echter wel willen spreken van een menselijk proces: wat bij mensen privé gebeurt, waar periodes van ups en downs zijn te onderscheiden, kan ook met een natie geschieden. Als mensen in een nieuwe situatie terechtkomen, zoals een nieuwe relatie of een bewust gekozen nieuwe werkkring, kan dit enorm veel energie geven, alsof men op een ander, hoger niveau terecht is gekomen. Natuurlijk zijn er voorwaarden om tot succes in zo’n geval te komen. En die voorwaarden hebben de historici ons aangedragen: de al groeiende economische situatie van Holland, de gunstige ligging van de Nederlanden in Europa, de val van Antwerpen en de uitstroom van Zuidelijke Nederlanders, de relatieve openheid van de Republiek dankzij de opstelling van de regenten, etc. Maar ook andere landen hadden dergelijke gunstige omstandigheden, maar daar gebeurde op dat moment weinig of niets. Aan twee voorwaarden moet zo’n ‘boom’ in de ontwikkeling voldoen: de ‘Schwung’ van het nieuwe, plus de juiste voorwaarden, waarvan de eerste de belangrijkste is. In het verleden hebben meer landen cq. naties dit meegemaakt, en werd de nieuwe energie op verschillende manieren benut: op politiek, militair, economisch, cultureel gebied, vaak in een mix hiervan. Voorbeelden van het een en ander: het Romeinse Rijk vanaf Caesar / Augustus, Portugal vanaf 1385, Spanje na 1487, Groot-Brittannië vanaf 1707, Duitsland vanaf 1870, U.S.A. vanaf hun burgeroorlog (1861 / 1865), de Sovjet-Unie vanaf 1918, Israël vanaf 1948, EEG vanaf 1957, etc. Verder onderzoek zal bovenstaande theorie verder moeten staven: het idee verdient het om dieper op in te gaan. |